De zorg moet goedkoper en kan daardoor onpersoonlijk worden.
Zo kennen we de zorgveiling -door critici ook wel 'oma-veiling' genoemd- bij de hulp in de huishouding, waarbij een oudere met een zorgvraag door de gemeente op een website wordt geplaatst. Op de oudere kan vervolgens ‘geboden’ worden door een aantal partijen, waarbij de goedkoopste partij vaak wint. Na een aantal jaar moet de oudere weer overstappen naar een nieuwe partij die de ‘gunning’ heeft.
Maar mijn schoonmoeder heeft een heel andere, positievere ervaring met zorg die goedkoper kan. Als eerste generatie Nederlandse Marokkaanse, door gezinshereniging naar dit land gekomen, heeft zij de Nederlandse taal nooit echt onder de knie gekregen. Een aantal jaar geleden kreeg zij last van allerlei fysieke klachten, waardoor zij in toenemende mate zorg nodig had.
Binnen de kortste keren gebruikte zij een indrukwekkend pakket van medicijnen. Sommige daarvan veroorzaakten weer nieuwe klachten, omdat bijvoorbeeld wat zij “pijn in mijn voet” noemde niet werd herkend als jicht. De verzorgende van de thuiszorg had haar handen vol aan mijn schoonmoeder. Een bezoek waarvoor eigenlijk twee uur stond kostte dubbel zoveel tijd. Kortom, veel zorg en weinig effect.
Oudere migranten zoals mijn schoonmoeder lopen tegen allerlei communicatieproblemen aan zodra zij met Nederlandse hulpverleners in contact komen. Sowieso hebben ze vanuit hun achtergrond meegekregen dat de verantwoordelijkheid voor de zorg bij de kinderen en kleinkinderen ligt. Echter, die zijn vaak te weinig beschikbaar omdat ze tweeverdieners zijn met drukke banen.
Een onbekend iemand met een heel andere achtergrond als verzorgende in huis toelaten voelt vreemd en niet gepast. Dus leunt deze groep oudere migranten zwaar op de man of vrouw in de witte jas, de huisarts of specialist. Vanuit mijn opleiding verpleegkunde liep ik ooit stage bij een huisarts in Nijkerkerveen. Na mijn stage werd ik regelmatig door die huisarts een dagje teruggevraagd om de Arabisch sprekende patiënten bij te praten.
Wat deed ik op zo’n dag? Samen met de huisarts verwachtingen managen. De vraag àchter de vraag op tafel krijgen. Zorgen dat de mensen niet iedere dag terugkeren naar de praktijk, maar weten wat ze zelf kunnen doen om zo vitaal mogelijk te blijven. Van een arts wordt eerder iets aangenomen dan van een, misschien meer in de samenleving ingeburgerd, familielid. Maar hoe het gebracht wordt is ook belangrijk. Duidelijkheid verschaffen waardoor minder en meer gerichte zorg mogelijk is.
De psychogeriatrie is een ander gebied waarin het onderscheid maken in de achtergronden van patiënten steeds belangrijker wordt gevonden. Onder andere de toenemende aandacht voor leefstijlgroepen in de kleinschalige zorg. De kwaliteit van leven van demente bejaarden neemt toe zodra rekening wordt gehouden met normen en waarden, religieuze achtergrond, geaardheid, wat voor baan iemand vroeger had. Ouderen blijven langer mentaal gezond zodra zij benaderd worden vanuit een context die bekend is.
De dienstverlening voor specifieke doelgroepen is een nieuw speerpunt in de ouderenzorg en in bepaalde (stads)regio’s zelfs een voorwaarde om continuïteit en kwaliteit te borgen. Er zijn homovriendelijke verzorgingstehuizen en huizen voor dementerende Surinamers -waar een mengelmoesje van Sranan Tongo en Nederlands gesproken wordt. Zelf houd ik mij bezig met de werving van verzorgenden en verpleegkundigen die Turks of Arabisch spreken.
En mijn schoonmoeder? Zij is overgestapt naar een Marokkaanse huisarts, die de helft van haar medicijnen heeft geschrapt, en heeft een Marokkaanse verzorgster thuis die aan een half woord genoeg heeft. De rust is weergekeerd.
Geschreven door: Hayat El Kadi - Acharrat, met dank aan Maarten de Haan
Op persoonlijke titel geschreven
Onderscheid maken in de zorg
Terug naar nieuwsoverzicht
Columns
20-01-2013