Afgelopen maand kwam de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) met het rapport Het betere werk. De nieuwe maatschappelijke opdracht. Centraal staat daarin de vraag of wij Nederlanders wel voldoende gelukkig zijn in ons werk. Mijns inziens hangt het antwoord op deze vraag vooral samen met goed werkgeverschap.
WRR-rapporten over sociale vraagstukken zijn vaak een ongemakkelijk huwelijk tussen harde statistische data (hoeveelheid flexwerk, productiviteit per medewerker) en zachte statistische data (plezier in werk, ervaring van werkdruk). Bij de zachte data kan een kleine verandering in een enquêtevraag al een wereld van verschil maken.
Toch is de WRR-definitie van ‘goed werk’, met een nadruk op grip hebben, niet oninteressant:
“Uit de wetenschappelijke literatuur destilleren we drie belangrijke condities voor goed werk […]
- Grip op geld. Goed werk is werk dat voldoende (financiële) zekerheid oplevert, ook in verhouding tot anderen en op de lange termijn.
- Grip op het werk. Goed werk is werk met een zekere vrijheid, waarbij een beroep wordt gedaan op onze capaciteiten en goede sociale relaties worden onderhouden.
- Grip op het leven. Goed werk is werk met voldoende tijd ruimte om het te combineren met zorgtaken en een privéleven”
Voor mensen in de zorg, het onderwijs of bij de politie luidt het antwoord op de vraag naar tevredenheid met werk al te vaak ‘nee’, zo staat in het WRR-rapport te lezen. Deze professionals moeten harder werken dan vroeger.
Met dramatische gevolgen. WRR-onderzoeker Monique Kremer: "De helft van uitval door ziekte wordt nu veroorzaakt door het werk zelf. Dat kan niet zo doorgaan".
Hoe het anders kan liet de NOS op de dag van de presentatie van het rapport zien met een item over Karin en Mariël, die al jaren werken als woonbegeleider bij Philadelphia. Beide doen dit werk met veel plezier, maar lang worstelden ze met één aspect: de nachtdiensten.
In overleg met manager Babette Alberda werden twee medewerkers voor de nachtdiensten aangetrokken. Karin en Mariël leverden salaris in, maar kregen er veel werkgeluk voor terug. De belangrijkste eerste voorwaarde voor goed werk is een werkgever die naar je luistert.
Zodra je de term goed werkgeverschap gaat Googelen blijkt dit voor iedereen iets anders te betekenen. De managementgoeroe op TED heeft het over het behalen van betere resultaten met je team. Een verzuimspecialist praat over het voorkómen van langdurige ziekte. Een derde heeft het over zelfsturing en een vierde filosofeert over de verschillende levensfases van de medewerkers en van de organisatie.
Voor mij bestaat goed werkgeverschap vooral in het bieden van praktische oplossingen voor reële problemen, die in de privésfeer doorwerken. Zoals in het voorbeeld van Karin en Mariël. Binnen mijn expertisegebied, de jeugdzorg, speelt het afnemen van werkgeluk bij uitstek. Medewerkers worden veel geconfronteerd met agressie, terwijl ze minder autonomie ervaren. Dankzij social media zijn zij bovendien kwetsbaar, want zichtbaar en bereikbaar.
De laatste jaren vond een aantal werkgevers in de jeugdzorg zichzelf opnieuw uit. Door creatieve oplossingen werd in de regio Amsterdam de werkdruk verlaagd, dankzij een serie maatregelen onder de ironische naam “Project 010”.
Er kwam een beter inwerkprogramma met duidelijke evaluatiemomenten, er werden mentoren ingezet. De taakverdeling tussen ervaren en minder ervaren medewerkers of trainees werd omgegooid, waardoor het gemiddelde aantal dossiers per medewerker werd teruggebracht van 15 naar 10, vandaar “010”. Met als resultaat minder verzuim en minder verloop.
Geef mij maar die laatste WRR-definitie van goed werk: Grip op het leven. In al mijn banen tot nu toe zijn er momenten geweest waarop ik dacht: werkgever, zie je niet wat voor goud je in handen hebt? Het gaat die werknemer niet alleen om meer salaris of meer vakantiedagen, het belangrijkst is dat er naar hem of haar oprecht geluisterd wordt.
Soms moet je ‘niet gezien worden’ zelfs heel letterlijk nemen. Vorige week sprak ik een gemeenteambtenaar. Op een gegeven moment verzuchtte zij: “Jij hebt mij in dit gesprek al meer aangekeken dan mijn huidige manager in een heel jaar.”
Werkgever! Waardering kun je op zoveel wijzen tonen. Als je maar je ogen open houdt.
Carin Veders
Op persoonlijke titel geschreven