Verkiezingen op het moment dat een pandemie wordt bedwongen dankzij de medische wetenschap. Je zou zeggen dat in zulke tijden artsen de gedoodverfde helden zijn. Toch behaalde de artsenpartij NLBeter van psychiater Esther van Fenema geen enkele zetel. Een poging tot analyse.
In maart 2020 ging het beeld op zwart. De uitbraak van Covid-19 werd op woensdag de 11e door de Wereldgezondheidsorganisatie officieel een pandemie genoemd. We zijn het al half vergeten, maar na een doffe klap was het oorverdovend stil. In de avonduren hing Nederland aan de lippen van sympathieke medisch experts als de SEH-arts Gor Khatchikyan en Ic-arts Diederik Gommers.
Het leek onbeholpen om de stilte van de ‘intelligente lockdown’ te doorbreken. Velen lazen de berichten van schrijver Ilja Leonhardt Pfeijffer uit een nog meer door Covid-19 geteisterd Genua. Met soms ook donkere bijgedachten: gaan we er allemaal aan, komt iedereen tegenover elkaar te staan in een gevecht om eten, water en… wc-papier?
Bij dat moment hoorde intense dankbaarheid voor zorgprofessionals. Nachtelijke applauzen vanaf balkons. Maar eerbiedigheid duurt in Nederland nooit lang. Toen iedereen weer gewoon op zomervakantie bleek te kunnen gaan stak er iets ongeduldigs en laconieks op. Gevolgd door de hashtag ikdoenietmeermee, waarmee eenzijdig de solidariteit met meer kwetsbare burgers werd opgezegd -overigens ook weer een formulering met een mening er in.
Een aantal jonge BN-ers en influencers zorgde dat de stemming omsloeg. Weliswaar werd er meewarig, zo niet lacherig, geluisterd naar het relaas van volkszanger Tim Douwsma en anderen, de omzichtigheid waarmee zij benaderd werden door medische experts èn de afnemende eensgezindheid van die experts droegen bij aan een minder serene stemming omtrent het dossier Covid-19.
In oktober twitterde het satirisch online nieuwsmagazine De Speld: “Samenwerking met Famke Louise begint vorm te krijgen: Diederik Gommers verbaasde gisteren vriend en vijand door met opgespoten lippen bij Jinek te verschijnen.”
Lang voor al deze gebeurtenissen, in de herfst van 2019, was er een heuse artsenpartij opgericht. Psychiater Esther van Fenema en longarts en anti-rooklobbyist Wanda de Kanter werden de belangrijkste gezichten van de lijst NLBeter.
De Kanter was in het blad Harper’s Bazaar weinig terughoudend over haar ambities: “Ik wil wel minister van Volksgezondheid worden, meer invloed hebben, dingen voor elkaar krijgen.” Om daar wel ruiterlijk aan toe te voegen dat zij ervaring als bestuurder mist.
De kernboodschap van NLBeter: vakmensen, niet managers, dienen in de voorste linie te staan. Zij weten als geen ander wat klanten, patiënten of burgers nodig hebben. “Hoe kan ik zorgzaamheid en solidariteit laten doorberekenen door het CPB?” merkt Van Fenema terecht op een interview. Toch is die pretentie te weten wat vakmensen -laat staan cliënten- denken altijd moeizaam, zeker bij een eigenzinnige beroepsgroep als artsen.
De artsen van de NLBeter zijn bovendien activistisch, opiniemakers. De Kanter werd vanwege haar al te confronterende stijl weggestuurd bij de Alliantie Nederland Rookvrij. En lijsttrekker Esther van Fenema geeft toe dat ze haar uitspraken “soms wat te veel sambal meegeeft”.
Zij was als interviewster en debater lang betrokken bij het multimediaal burgerplatform Café Weltschmerz, waar regelmatig complottheorieën voorbij komen. Willem Engel had er voor het eerst succes met zijn actiegroep Viruswaarheid. Je zou haast zeggen: guilty by association. Ware het niet dat Van Fenema zich verre houdt van Engel en de complotdenkers en altijd de wetenschap voorop stelt.
Met zulke sterke en uiteenlopende persoonlijkheden, ook hoogleraar transitiekunde Jan Rotmans, is het niet verrassend dat het partijprogramma van NLBeter juist vlees noch vis werd. De marktwerking in de zorg wordt gewoon in stand gehouden en een gezondere levensstijl van overheidswege zou vooral moeten worden gestimuleerd door nudging.
Vlak voor de verkiezingen werd al duidelijk dat NLBeter zelfs onder artsen niet de meest populaire partij was, verre van zelfs. Uit een enquête van Medisch Contact onder 6809 (oud-)artsen en geneeskundestudenten bleek dat vooral de VVD de artsenstem zou krijgen, vooral dankzij de medisch specialisten. Bij psychiaters werden D66 en GroenLinks het grootst.
Zet honderd artsen bij elkaar en je krijgt honderd meningen, maar uit het onderzoek in Medisch Contact blijkt wel dat medici waardering hebben voor politieke standvastigheid. Een overweldigende 81% waardeert het optreden van de beroepspolitici in het kabinet, verwoord in de stelling “Niet alles gaat goed, maar ik bewonder hoe ze deze crisis bestrijden.”
Dat De Kanter, vóór alles de drukbezette anti-rooklobbyist, in januari onverwachts en zonder tekst en uitleg te geven het partijbestuur verliet, zal niet bijgedragen hebben aan de populariteit van NLBeter. Er werd geen enkele zetel bemachtigd.
En nu, nu is het medisch gezien stil in de Tweede Kamer. Zelfs onze huidige demissionair minister voor Medische Zorg -en sinds kort ook formateur- Tamara van Ark is geen arts. Sterker nog, er is maar één arts lid van de Tweede Kamer.
Het is Nicki Pouw-Verweij van JA21, die haar start maakte binnen een partij die niet zonder meer bekend staat om haar respect voor medische inzichten, Forum voor Democratie (FvD). Eerder was Pouw-Verweij (29) senator in de Eerste Kamer. Vorig jaar zegde ze -volgens sommigen te laat- haar lidmaatschap van FvD op nadat haar medische expertise in twijfel werd getrokken door partijleider Thierry Baudet en hij haar een “kruistocht tegen het antisemitisme” (!!!) verweet.
Ook is er een arts die vertrekt uit het Parlement. Een mooi voorbeeld van hoe een arts óók in de politiek kan optreden. Dit jaar zwaaide de 66-jarige ‘SP-huisarts’ Henk van Gerven af. Van Gerven was vanaf het eerste uur actief bij de Socialistische Partij, sinds zijn medicijnenstudie in de jaren zeventig.
Hij kan terugblikken op zo’n 50 jaar flyeren en veertien jaar als Kamerlid, naast functies als Eerste Statenlid en wethouder. Zijn mentaliteit is er een van blijven doen wat je moet doen, ook buiten het oog van de wereld:
“Als arts kun je veel betekenen voor mensen op individuele schaal, maar je hebt de politiek nodig als je voor alle mensen gelijke kansen op een gelukkig leven wilt realiseren. Ik vind het een groot voorrecht om Kamerlid te zijn en de publieke zaak te dienen. 'Geluk is dienstbaarheid aan de samenleving', om Charlie Chaplin te citeren.”
De spanning tussen dienstbaarheid en activisme, dat is misschien wel de voornaamste uitdaging voor artsen in de politiek.
Maarten de Haan
Op persoonlijke titel geschreven
Lees ook de column Ervaringsdeskundigheid: de ontmoeting tussen werk- en levenservaring